zondag 2 november 2014

Rekensommen maken

"Kunnen we een keer een dagje school nadoen?"

"Jahoor. Wat willen jullie die dag dan doen?"

"Uuuuuh, rekenen!"

"Bedoel je van die rekenwerkblaadjes zoals op school?"

"Uuuuuh, nee, gewoon, dat jij sommetjes voor ons opschrijft. Wil je nu wat sommen voor me opschrijven?"

"Jahoor."

En dit was het resultaat, twee kinderen druk aan het rekenen.


Later heb ik ook nog wat werkblaadjes van ongeveer groep 5 niveau opgezocht op internet. Maar dat vonden ze er niet interessant uit zien. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik vind dat dat hun leerproces echt zou verstoren. De meeste van de begrippen op die blaadjes begrijpen ze al, sommige nog niet. Als ik die zou uitleggen op de manier zoals op de blaadjes, dan zouden ze het trucje wel snappen, maar dat levert geen begrip op. Bovendien passen die blaadjes zich niet aan aan wat ze begrijpen, wat ze een grappig patroon vinden, of waar het kwartje nog niet is gevallen etc.

De sommen die ik zelf voor ze maak, gaan altijd uit van de kennis die ze al hebben en bouwen daar stapje voor stapje op voort. Op een manier dat ze zelf patronen kunnen herkennen en er kwartjes kunnen vallen over hoe iets werkt. Als we bijvoorbeeld in de auto zitten en ze vragen of ik sommen voor ze kan verzinnen, gaat dat ongeveer zo: ik begin altijd met hele makkelijke sommen waarvan ik weet dat ze die al lang kunnen maken. Optellen en aftrekken onder de twintig bijvoorbeeld. Als ik merk dat het wel iets moeilijker mag, ga ik patronen maken of een stapje ingewikkelder. Bijvoorbeeld een patroon van even getallen of van de tafel van 5, wat is 5 plus 5? wat is 10 plus 5 etc. etc. Of ik maak sommen met steeds grotere getallen, wat is 87 min 7? wat is 65 plus 6? en vervolgens: wat is 53 plus 36 etc. Als ik merk dat ze het niet meer leuk vinden omdat ik het te moeilijk maak, dan schakel ik weer een stapje terug. Of we houden er mee op :-) Als ik aan de andere kant merk dat ze een bepaald patroon begrijpen, bijvoorbeeld 3 keer 10? 2 keer 100? 6 keer 100? 4 keer 1.000.000?, dan verzin ik juist een heleboel van die sommen en hebben ze er echt lol in dat ze het patroon begrijpen.

Ik kan heel makkelijk schakelen door simpelweg naar hun snoetjes te kijken, lachen/diep nadenken/geïnteresseerd, al dat soort snoetjes betekenen dat ik meer sommen bedenk en steeds iets ingewikkelders bedenk. Frustratie/bedenkelijk/in de war, al dat soort snoetjes betekenen een stapje terug en dat ik het weer wat eenvoudiger maak. Verveeld/ongeïnteresseerd, dan mag het weer wat moeilijker, of is het wellicht tijd om weer iets anders te gaan doen. Simpel :-)

Dat kan natuurlijk allemaal niet met een werkblaadje! ;-)

Overigens zijn die 'sommetjes' die we doen alleen maar gebaseerd op begrippen die ze al begrijpen. Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dat hebben ze allemaal spelenderwijs al ontdekt. Dus met die begrippen kunnen we nu 'spelen'. Maar bijvoorbeeld getallen achter de komma begrijpen ze nog maar matig. In de context van geldbedragen begrijpen ze het principe prima, maar nog niet in andere contexten. Dus daar kan ik nu nog niet veel mee. Misschien als we genoeg hebben gemeten met die mooie lineaal die ik laatst voor ze had gekocht ;-)

Rekenkundige begrippen leren kennen, ontdekken en begrijpen gaat hier thuis dus heel anders dan ermee oefenen/automatiseren. Dat laatste is wat de kinderen bedoelen als ze vragen of ik sommen voor ze wil verzinnen. Dan willen ze sommen met begrippen die ze al onder de knie hebben en daar dan heeeeeeeel veel van. En steeds wat variatie zodat ze de begrippen in steeds moeilijkere contexten kunnen toepassen. Vinden ze leuk :-)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten