vrijdag 26 september 2014

Vrijheid, verantwoordelijkheid en thuisonderwijs

Hoe zou zoiets nou precies gelopen zijn? Zou iemand van de TeldersStiching een brainstormsessie georganiseerd hebben waarvoor het onderwerp nu eens niet vrijheid was, maar verantwoordelijkheid? En zouden ze gedacht hebben om daarbij ook thuisonderwijs als onderwerp op de agenda te zetten, omdat het zo'n 'lekker actueel onderwerp is nu het op de Tweede Kamer agenda staat'? Vijf minuten te laat komt de laatste collega de vergaderkamer binnenlopen, net op tijd om de aftrap van het onderwerp te horen: "Ik vind dat thuisonderwijs [vooroordeel 1]". De te late collega voegt er gelijk aan toe, "Ja, hè? Vreemd toch dat dat mag in een land als Nederland. Ik hoorde laatst ook dat [vooroordeel 2]". Nadat er nog twee of drie vooroordelen uitgewisseld zijn, besluit de voorzitter van de werkgroep dit onderwerp met "Prachtig! Ik denk dat we nu voldoende materiaal hebben om een prikkelend en politiek interessant standpunt te kunnen opstellen. Laten we verder gaan met het volgende punt op de agenda, blablabla".

Het resultaat? Een essay dat bolstaat van aannames zonder enige basis in de werkelijkheid. Waarborgen van de kwaliteit van thuisonderwijs onmogelijk? Natuurlijk is dat wel mogelijk. Dat gebeurt in vele andere landen namelijk al lang, dus waarom zou dat in Nederland niet kunnen? Er zijn zelfs al burgerinitiatieven gaande om dergelijk toezicht op te zetten.

Thuisonderwijzers stellen het belang van hun kind op de tweede plaats? Hoe komen ze erbij?! Ik heb nog nooit eerder een groep ouders gezien die zo betrokken is bij de opvoeding en het onderwijs van hun kind en daar zo zorgvuldig mee omgaat.

Geen contact met leeftijdsgenoten? Natuurlijk wel, thuisonderwijskinderen hebben op velerlei manieren contact met leeftijdsgenootjes. Binnen de familie, op sportclubs, bij de Scouting, tijdens het spelen in de buurt, tijdens uitjes met andere thuisonderwijsgezinnen, te veel om op te noemen.

Thuisonderwijskinderen maken geen kennis met de diversiteit van de Nederlandse maatschappij? O o o, dit is toch wel een van mijn favoriete vooroordelen… Op onze witte buurtschool tjokvol met kinderen van bovenmodaal-verdienende, hoogopgeleide ouders is het op geen enkele manier diverser dan op een gemiddeld thuisonderwijsuitje, waar mijn kinderen spelen met kinderen uit alle lagen van de bevolking, met iedere huidskleur en van iedere geloofsovertuiging.

Thuisonderwijskinderen wordt kennis onthouden? Hoe komen ze hierbij? Onderzoeken naar thuisonderwijskinderen laten keer op keer zien dat zij cognitief beter scoren dan schoolkinderen. En hetzelfde geldt voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Ik weet het, dat hadden de meeste mensen niet verwacht. Hoe kan het dat thuisonderwijskinderen beter scoren? Beste TeldersStichting medewerkers, u had het alleen maar even hoeven vragen. Het is een van mijn favoriete gespreksonderwerpen, dus ik had met plezier de tijd genomen om het u uit te leggen. Ingewikkeld is het niet, dus dat had u echt niet veel tijd gekost…

De TeldersStichting maakt in haar bundel 'essays' twee foute basale veronderstellingen:

1. Ze gaan er vanuit dat ouders met vrijstelling op basis van artikel 5.b van de Leerplichtwet hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs van hun kind niet nemen. Het tegendeel is waar, alle Nederlandse thuisonderwijskinderen krijgen vervangend onderwijs, en dit onderwijs is qua inhoud vergelijkbaar met schoolonderwijs. Dit is na te lezen in twee wetenschappelijke onderzoeken naar Nederlandse thuisonderwijsgezinnen die zijn uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW.

2. De TeldersStichting gaat er onterecht vanuit dat thuisonderwijskinderen worden beperkt in hun vrijheid. Mijn kinderen krijgen thuisonderwijs, als zij liever schoolonderwijs zouden krijgen, dan mag dat. Daar ben ik niet uniek in, andere thuisonderwijsouders geven hun kinderen ook die keuzevrijheid.

Maar die brainstormsessie, zou dat echt zo gegaan zijn? Is er echt niemand geweest die bedacht om zijn of haar meningsvorming te baseren op feiten? Niemand die de moeite nam om wat veldonderzoek te doen en eens met een thuisonderwijzer te gaan praten? Of één van de Nederlandse wetenschappers met verstand van thuisonderwijs te raadplegen? Of om op zijn minst dan toch één van de door deze wetenschappers uitgevoerde onderzoeken te lezen?

Als meningsvorming zo onzorgvuldig plaatsvindt, wat is dan de toegevoegde waarde van een 'onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksbureau'? Wat is de waarde van een bundel essays vol vooroordelen? Dan kunnen we net zo goed uhmmm, noem eens iets…, de Telegraaf om hun mening vragen.

Ik wil graag delen waarom ik me hier zó over opwind dat ik de moeite neem hier een heel stuk over te schrijven. Ik vind het krenkend en verbijsterend dat ik, als thuisonderwijzer, ervan word beschuldigd dat ik mijn 'prospectieve verantwoordelijkheid' niet neem als het gaat om het onderwijs van mijn kinderen. Ook namens mijn mede-thuisonderwijzers die net zo zorgvuldig en intensief deze verantwoordelijkheid op zich hebben genomen als ik. Mijn huis is een kruising tussen een schoolklas, gymlokaal, wetenschapsmuseum en een bibliotheek. Mijn kennis over onderwijs is groter dan die van een gemiddelde juf. Mijn dagen zijn tot de nok toe gevuld met het onderwijs aan mijn kinderen, educatieve uitstapjes, uitleg, faciliteren van projecten, informatie voor ze opzoeken, heen en weer rijden naar sportclubs, afspraakjes met vriendjes en vriendinnetjes etc. etc.

Als iemand haar 'prospectieve verantwoordelijkheid' voor het onderwijs van haar kinderen heeft genomen, dan ben ik het wel.

Met vriendelijke groet van een verontwaardigde thuisonderwijzende moeder

1 opmerking: