De deurbel gaat en drie gesluierde vrouwen komen binnen. Een van hen heeft haar baby meegenomen, die is nog te klein om een avond zonder zijn moeder door te brengen. Ze komen bij mij thuis de workshop voor startende thuisonderwijzers volgen die ik samen met twee andere ervaren thuisonderwijzers geef.
Voordat ze aanschuiven aan de eettafel vragen ze of ik het goed vind als ze nog even bidden voor we beginnen. Terwijl de andere workshopdeelnemers binnenkomen, zoeken zij een rustig plekje in de woonkamer om te bidden. Mijn zoontje komt naar me toe terwijl ik iedereen voorzie van koffie en thee en fluistert verbaasd in mijn oor, 'Mama, waarom aanbidden die mevrouwen onze tv?'. Blijkbaar staat onze tv in de richting van Mekka ;-)
Er volgt een gezellige en nuttige avond waarin wij onze kennis en ervaring over thuisonderwijs delen en de deelnemers veel vragen stellen. De baby ligt ondertussen lekker op schoot te slapen.
Een paar maanden later zie ik een Rotterdamse wethouder tijdens een gesprek over thuisonderwijs insinueren dat salafisten tweederangsburgers zijn en het een kwalijke zaak is als zij gebruik maken van rechten die iedere Nederlandse ouder heeft. De wethouder gebruikt het woord salafisme alsof het een vies woord is. Hij is wel zo verstandig de woorden extremisme en jihadstrijders niet in de mond te nemen, maar de pers en de gemeenteraadsleden doen dat alsnog.
Als ik nieuwsberichten hoor over jonge Nederlandse jihadstrijders die in Syrië gedood zijn, moet ik als moeder zijnde altijd gelijk aan de ouders denken. Wat een drama moet het zijn om je kind te zien radicaliseren, hem niet te kunnen bereiken en uiteindelijk zelfs je kind te moeten verliezen. Ik moet er niet aan denken…
Voor veel moslimmoeders is dit een reële angst. Zij worden gekweld door de vraag, Hoe kan ik dit bij mijn kinderen voorkomen? Extremisme moet de ergste nachtmerrie zijn voor deze ouders...
De woorden van de Rotterdamse wethouder veroorzaakten een schokgolf door de thuisonderwijsgemeenschap. Moslimmoeders die thuisonderwijs geven zijn gekwetst, verdrietig en verbijsterd.
Extremisme voorkomen is *juist* een van de reden dat zij voor thuisonderwijs hebben gekozen. Zij kiezen voor thuisonderwijs omdat ze goed onderwijs voor hun kinderen willen, omdat zij hun kinderen willen laten opgroeien met hun normen en waarden, omringd door een liefdevolle familie en vrienden. Zij willen hun kinderen laten opgroeien tot zelfbewuste, goed opgeleide, gelukkige volwassenen. Net als ik.
Ze denken met elkaar na hoe ze extremisme kunnen voorkomen, delen er folders over uit, ze doen alles wat ze kunnen om hun kinderen te beschermen. Veel van hen zijn lid van de Nederlandse vereniging voor thuisonderwijs, gaan mee op uitjes, en volgen dus ook de workshops die door de vereniging worden georganiseerd.
Ik hoorde afgelopen week voor het eerst van moslimmoeders die de deur amper nog uit durven met hun kinderen omdat ze zich zo bedreigd voelen. Het eerste gevoel dat dat bij mij oproept is schaamte. Schaamte dat ik deel uit maak van een maatschappij waar sommige minderheidsgroepen zich zo bedreigd voelen dat ze de straat niet meer op durven. Daarna voel ik boosheid. Waarom gooit deze wethouder olie op het vuur? Hij stigmatiseert deze mensen alleen nog maar meer.
Hebben we garanties dat het deze moeders gaat lukken om door thuisonderwijs te geven te voorkomen dat hun kinderen zullen radicaliseren? Ik weet het niet, ik vermoed dat ze een grote kans van slagen hebben, maar zekerheden hebben we natuurlijk nooit. Over het alternatief, schoolgang, weten we in ieder geval al lang dat dat niet genoeg is om extremisme te voorkomen. Alle Syriëgangers tot nu toe zijn gewoon naar school geweest. Ik kan niet anders dan lof geven voor deze moeders die alles in hun macht doen om hun kinderen te behoeden voor extremisme.
Ik ben zelf niet zo gelovig, begrijp niet veel van de islam of van salafisme (behalve dan dat salafisme niet gelijk staat aan de gewapende strijd voeren), maar wat ik wel begrijp zijn begrippen als verdraagzaamheid, mededogen en tolerantie. Wat ik wel begrijp is dat het beter is om eerst naar mensen te luisteren voordat je een mening over ze vormt. De Rotterdamse wethouder kent deze moslimouders niet, weet niets van hun beweegredenen om voor thuisonderwijs te kiezen. Hij lijkt te denken dat deze ouders hun kinderen willen opleiden tot jihadstrijders en ze willen isoleren en ze daarom niet naar school doen. Het tegendeel is waar. En dat had hij kunnen weten als hij eerst naar ze had geluisterd voordat hij begon met praten...
Deze moeders verdienen alle hulp en steun die ze maar kunnen krijgen, ze verdienen het zeker niet om zo geschoffeerd te worden als nu gebeurt. Daarom blijven ze welkom in mijn huis en binnen onze thuisonderwijsgemeenschap.
Beste Hugo de Jonge, stel net als ik uw huis open voor deze moslimmoeders en ga eens rustig met ze praten. Dan zult u merken dat jullie dezelfde doelen nastreven. Sterker nog, deze moeders hebben er véél meer belang bij dat hun kinderen niet radicaliseren dan u. Steek ze daarom een helpende hand toe.
Dat zou nou echt eens een enorme stap betekenen in het voorkomen van het radicaliseren van moslimjongeren.